De nieuwe Jonge Denkers gehuldigd!

Kun je intiem zijn met een vreemde? Tientallen scholieren uit het hele land schreven voor de jaarlijkse Jonge Denkers wedstrijd een column hierover.

De juryleden Alexandra van Ditmars (Filosofie Magazine), Annemarieke Verhoeff (VFVO), Florian Jacobs (ISVW), Jenny van Rijn (voormalig Jonge Denker) en Robin van Gelooven (voormalig Jonge Denker) selecteerden uiteindelijk de zeven winnaars van de wedstrijd:  

Eline Fennis (Hermann Wesselink College, Amstelveen): “In den beginne voelt alles als toeval; alsof er geen reden achter zit. Na opgegroeid te zijn, je te hebben ontwikkeld en jezelf en je omgeving stukje bij beetje te leren kennen, krijgt toeval opeens een reden: het ontvreemdingsproces.”

Fabienne Touset (Melanchton Bergschenhoek): “Na het horen van de wedstrijdvraag heb ik hier zo vaak en lang over nagedacht dat ik me ook in bepaalde mate verbonden en dus intiem voelde met deze vraag: hier heb ik toch weer een deel van mijn leven aan besteed.”

Guus van der Linden (Luzac Amsterdam): “Het is onmogelijk om intiem te zijn met een vreemde, want de transformatie van een wildvreemde naar een kennis heeft al plaatsgevonden voordat je überhaupt intiem had kunnen zijn met diegene.”

Merel Hoffman (Stedelijk Dalton Lyceum, Dordrecht): “Er moet sprake zijn van geschiedenis en gedeelde herinneringen om volledige intimiteit op te kunnen bouwen.”

Suus Zethof (Het 4e gymnasium, Amsterdam): “Het gaat erom dat je vertrouwt dat je je kwetsbaarheden met iemand kan delen.”

Thorben van de Noort (Stedelijk gymnasium Nijmegen): “Een intieme relatie met een robot is mogelijk. Het hangt vooral af van je persoonlijke omstandigheden, wensen en behoeften.”

Twan Augustijn (Ashram College, Alphen aan den Rijn): “Deel je jouw emoties in het moment met honderden onbekende mensen, dan creëer je een intieme ambiance.”

Donderdagavond 2 december zijn de zeven nieuwe Jonge Denkers des Vaderlands gehuldigd. Ze discussieerden online met Paul van Tongeren, huidige Denker des Vaderlands, over de bovengenoemde wedstrijdvraag.
De columns zijn binnenkort te lezen in iFilosofie van het ISVW. De Jonge Denkers zijn in 2022 te zien op de diverse filosofische festivals, basisscholen en middelbare scholen. Heeft u hiervoor suggesties, of wilt u een Jonge Denker interviewen? Mail dan naar info@dejongedenkers.org.

Kun je intiem zijn met een vreemde? Schrijf een filosofisch artikel over deze vraag en word Jonge Denker des Vaderlands!

Hoe vertrouwd een vriend, geliefde, huisdier of huis ook is, op een dag kunnen zij ons toch vreemd voorkomen. Zelfs voor jezelf kun je plots een vreemde zijn. Vreemdheid en intimiteit spelen een wonderlijk spel nu we elke fysieke afstand in een mum van tijd digitaal kunnen overbruggen. Ook al zijn vrienden ver weg, intieme technologieën wekken de indruk dat zij dichtbij zijn. Welke impact hebben maatschappelijke veranderingen als de digitalisering van de leefwereld, de komst van migranten en vluchtelingen, en de klimaatverandering op intimiteit en vreemdheid?

Wij dagen je uit! Schrijf een filosofisch artikel over de bovenstaande vraagstelling: kun je intiem zijn met een vreemde? Het gaat erom dat je inzending filosofisch relevant, prikkelend, origineel, goed geschreven en toegankelijk voor een breed publiek is. Omdat wij de manier van presenteren ook meewegen, vragen wij je om ook een pitch mee te sturen waarin je jouw artikel 1 minuut op pakkende wijze samenvat.

Een vakjury van docenten, filosofen, journalisten en uitgevers kiest uit alle inzendingen zeven Jonge Denkers. Tijdens de Avond van de Jonge Denkers laten zij hun filosofisch talent zien. Jonge Denkers kunnen niet alleen krachtig speechen, maar hebben ook een open houding en brengen diepgang in het gesprek. Alle Jonge Denkers krijgen vervolgens een bijzondere onderscheiding.

Onder begeleiding van experts gaan de zeven Jonge Denkers aan de slag. Hun artikelen worden geredigeerd en gepubliceerd. De ‘schrijvers’ krijgen de kans op nog meer publicaties. De Denkers die net als Socrates een voorkeur voor het gesprek hebben, krijgen de kans de ‘markt’ op te gaan. In aanloop naar en tijdens de Maand van de Filosofie voeren zij publiekelijk filosofische gesprekken. Ze kunnen in diverse media hun licht laten schijnen over de actualiteit.

Stuur je filosofisch artikel (700 – 1400 woorden) met pitch in uiterlijk 31 oktober 2021 naar info@dejongedenkers.org.

Lopende band aan geluk

Auteur: Mirte Dophemont

Vanaf het moment dat ik het zie glinsteren in de metalen rekken, weet ik dat ik dit moét hebben. Ik wist van tevoren nog niet dat ik het nodig had, maar nu ik het zie staan ben ik er zeker van. Op de automatisch rollende weg zet ik het even neer. Het goedkeurende piepje maakt van het product mijn bezit. Een kort moment van geluk als ik het in mijn handen sluit en daarna los laat in mijn tas, tot mijn oog op iets nieuws valt.

`Nowadays people know the price of everything and the value of nothing.` Oscar Wilde schreef het al in 1890, maar voor de huidige maatschappij geldt deze uitspraak misschien wel nog meer. Want wie houdt er niet van? Shoppen en nutteloze dingen kopen voor de lol. Shoppen is geen noodzaak meer, maar eerder een hobby. We leven in een consumptiemaatschappij, een samenleving waar aan de lopende band goederen worden aangevoerd en verkocht. Bedrijven zien ons niet als individuen, maar als een grote massa. Een massa die van alles moet, moet eten, moet drinken, maar vooral een stroom van spullen nodig heeft. Ze proberen ons niet alleen producten te verkopen, ook wij zelf zijn product. Onze data en gegevens die we bijna overal wel moeten invullen. Je mailadres, postcode en volledige naam voor een beetje korting. Op die manier verkopen we ook een stukje van onszelf, in ruil voor een goedkoper product.

Als pionnetjes op een speelbord, bestuurbaar en voorspelbaar. Zo staan wij als consumenten in de rij. Onze wensen worden meteen in vervulling gebracht. Als je iets wilt hebben zoek je het op internet en binnen een week kun je het in je handen hebben. Ondertussen worden we aan alle kanten beïnvloed. Goede koopjes schreeuwen om onze aandacht via reclameborden, op televisie en op sociale media. Overal zien we de leukste producten voorbij komen. Toevallig precies zo’n zomerjurkje waar je naar op zoek was, popt op op het scherm van je telefoon. Gepersonaliseerde advertenties noemen we dat, maar kun je dat zo noemen? Zegt je koopgedrag iets over je persoonlijkheid? In zekere zin misschien wel, je opvoeding beïnvloed je koopgedrag voor een groot gedeelte. Als je thuis zelf altijd zuinig moest omgaan met je geld zal je koopgedrag anders zijn dan voor iemand die van zijn ouders altijd alles kreeg wat hij of zij maar wilde. Toch gaat het een beetje ver om te zeggen dat je bezittingen deel zijn van je karakter.

Shoppen maakt gelukkig, volgens een onderzoek van marketingwetenschapster Esther Jaspers. Je kunt er een adrenalinespurt van krijgen en je lichaam maakt dan dopamine aan, een stof die je een geluksgevoel kan geven. Het is op die manier dus `goed´ voor de mens, maar is het ook goed voor de wereld? Het gaat zo gemakkelijk en lijkt onschuldig om iets te kopen, maar het totaal van deze consumptie voert grote problemen met zich mee. Zoals schadelijke stoffen die vrijkomen, verspilling en vervreemding.

Een Franse filosoof die veel kritiek heeft op de consumptiemaatschappij is Jean Baudrillard. Vervreemding is volgens hem een van de nadelige gevolgen van de consumptiemaatschappij. Met elke aankoop komt de mens verder van zichzelf af te staan. Dat gebeurt doordat de mens door consumptiegoederen wordt verleid en alleen hier nog maar oog voor heeft. Daardoor heeft hij geen idee meer waar hij aan toe is en wat hij werkelijk nodig heeft.

Die nieuwe lipgloss is dan misschien het zonnetje van je dag, maar op de achtergrond hangen veel donkere wolken. Milieuvervuiling en verspilling, maar ook de slimme marketingtrucs die onze keuzes beïnvloeden. De marketingtrucs die ons als pionnen heen en weer schuiven, terwijl we denken zelf op het idee zijn gekomen om iets te kopen. Gelukkig worden we ons steeds bewuster van ons koopgedrag, maar er valt nog veel te verbeteren. Kopen zorgt voor voldoening, maar droogt ons tegelijkertijd ook uit. Maakt ons dorstig naar het kopen van meer en meer producten.

Bronnen:

Schilten, W. , 2018, 6 december, Eindelijk bewijs, shoppen maakt ons echt gelukkiger, geraadpleegd op 10 juli 2021 , https://www.harpersbazaar.com/nl/mode-juwelen/a25421426/onderzoek-shoppen-maakt-gelukkig-esther-jaspers/

Historisch Nieuwsblad, 2020 7 april, Jean Baudrillard, geraadpleegd op 10 juli 2021, https://www.historischnieuwsblad.nl/sleutelfiguur/jean-baudrillard/

Loep

Auteur: Mirte Dophemont

In het midden de grote toren, ik noem het de verrekijker, het grote dreigende gebouw dat alles lijkt te zien. Ik weet niet wie er naar me kijkt, maar altijd voel ik ogen in mijn rug prikken. Alsof er een loep staat op alles wat ik doe. Een keurende blik die ziet hoe ik naar de hoek van de kamer loop, mijn handen was, een flesje water pak en op mijn stoel ga zitten. Die me bekijkt op elk gedeelte van de dag, terwijl ik hier zit in mijn cel. Vanbinnen kan ik niet zien wie er van buiten naar me kijkt, wie er in de toren zit. De gedachte dat er ieder moment iemand kan zitten maakt me zo verschrikkelijk bewust van mezelf. Het maakt me vergeten hoe ik me zou gedragen zonder de verrekijker op mij gericht.

Dat was de ideale gevangenis volgens Jeremy Bentham, het Panopticum, letterlijk betekent dat alziend. Jeremy Bentham zag het voor zich als een koepelvormige gevangenis met cellen naast en boven elkaar en in het midden een grote toren. Voor iemand in zo’n cel is het onmogelijk om te zien of iemand hem via de toren in de gaten houdt. Er hoeft niet daadwerkelijk iemand te zitten. Het idee dat de gevangene elk moment bekeken kan worden zou er al voor zorgen dat hij zich goed gedraagt. Zo kost het bewaken weinig moeite, maar is er toch een optimaal effect.

Michel Foucault past de theorie van Bentham toe op de moderne samenleving. In Nederland hangen meer dan tweehonderdduizend camera’s in de publieke ruimte. Op de hoek van de straat, bij de ingang van een gebouw of bij de voordeur van iemands huis. Ongezien kun je bekeken worden. Natuurlijk is er niet altijd iemand die naar de beelden aan het kijken is, maar de mogelijkheid is er wel. Een grote toren met geblindeerde ramen is er niet voor nodig, een kleine onopvallende lens is al genoeg. De ´toren` een stuk kleiner, maar het aantal gevangenen een stuk groter. Zo betrekt Michel Foucault het Panopticum op de gehele samenleving.

Heb je ooit al eens gedacht hoe het zou zijn om s’ avonds in te breken in een zwembad? Over het grasveld te rennen en een duik te nemen in het frisse water. Wat als je alles zou kunnen doen zonder dat er iemand is die het controleert. Bij winkels naar buiten lopen zonder te betalen. Te snel rijden en niets dat je in de weg staat. Stel dat onze toezichthoudende hulpjes niet zouden bestaan. Dan zouden alle criminelen makkelijk los op straat kunnen lopen, terwijl hun gezicht niet gezocht wordt. Wat een chaos zou het zijn. Gelukkig hebben we bewakingscamera’s om de bevolking een beetje in toom te houden. Als je weet dat je op beeld staat gedraag je je immers voorbeeldiger dan normaal. Maar hoe normaal is het om continu gadegeslagen te kunnen worden? Het is inderdaad een stuk veiliger, maar tegelijkertijd wordt je vrijheid steeds verder vernauwd.

Bronnen:

https://hetccv.nl/onderwerpen/cameratoezicht/documenten/hoeveel-cameras-hangen-er-in-nederland/#:~:text=In%20Nederland%20zijn%20er%20zeker%20204.441%20camera%27s%20in,het%20openbaar%20vervoer%20en%20door%20bedrijven%20en%20particulieren.

https://mens-en-samenleving.infonu.nl/filosofie/124997-leven-in-een-panopticum.html

Scheve rechten

Auteur: Mirte Dophemont

Bijna overal waar je kijkt kun je wel ongelijkheden ontdekken. De wereld zit er vol mee, maar er komt wel steeds meer aandacht voor. Een voorbeeld hiervan is Internationale vrouwendag, die sinds 1912 wordt gevierd in Nederland. Een dag om wereldwijd aandacht te besteden aan de positie van vrouwen en te zorgen voor gelijke kansen. Wat is het idee achter deze dag waarbij we aandacht hebben voor ongeveer de helft van de wereldbevolking?

Invloed met impact, was het thema van Internationale vrouwendag dit jaar gevierd op 8 maart 2021. De dag is ontstaan om te vieren dat vrouwen voor hun rechten opkwamen, zoals kiesrecht en om aandacht te krijgen voor de nog steeds bestaande ongelijkheid tussen man en vrouw. Tegen vrouwengeweld, achterstelling en het niet kunnen bemachtigen van belangrijke functies van vrouwen. Nog steeds heeft een slechts kwart van de vrouwen een leidinggevende functie tegenover driekwart van de mannen. Vrouwen zijn eeuwenlang achtergesteld geweest en daar zien we nu nog steeds dingen van terug.  Er zijn genoeg redenen te noemen voor de viering van deze dag, maar vrouwen zijn niet de enige groep die achtergesteld is. Er zijn heel veel groepen te bedenken die tot op de dag van vandaag nog steeds worden gediscrimineerd. Worden zij niet nog meer achtergesteld doordat er geen speciale dag voor hen is? Aan de andere kant kun je zo bezig blijven, er is altijd wel iets of iemand waar dan niet aan gedacht wordt. Ongelijkheid zal blijven bestaan, maar we kunnen het wel proberen te verminderen.

´Je wordt niet als vrouw geboren, maar tot vrouw gemaakt.´ Simone de Beauvoir (1908-1986) was een invloedrijke feminist en filosoof. Door haar boek ´De tweede sekse´ uit 1949 werd ze een belangrijk gezicht van de moderne vrouwenbeweging. In dit boek bespreekt ze dat de vrouw is neergezet als het tweede geslacht, een extra soort naast de gewone mens. ´Ze denkt als een man`, zei haar vader, voor wie ze veel bewondering had. Best wel een apart compliment, als je bedenkt hoe Simone de Beauvoir liet zien dat mannen als uitgangspunt werden genomen in de samenleving. Ze zei dat vrouwen niet vrij waren en ze leefden volgens regels opgesteld door mannen. Ze werden gezien als een soort tweederangsburgers en werden daarom bijvoorbeeld niet meegenomen in het kiesrecht. De verschillen tussen man en vrouw zijn volgens haar niet aangeboren, maar ontstaan door de inrichting van de samenleving.

Ook in de taal zien we de scheve verdeling nog terug. De meeste mannelijke woorden worden langer gemaakt om ze vrouwelijk te maken. Bijvoorbeeld zanger en zangeres of vriend en vriendin. Zelfs in het woordenboek (prisma, 2016), waarvan je zou zeggen dat het redelijk neutraal is, zie je dat de man als uitgangspunt wordt genomen. Als je directeur opzoekt krijg je de gewone definitie, maar als je een eindje verderop kijkt naar directrice staat er: vrouwelijke directeur. Dat is niet het enige voorbeeld wat er te vinden is. Hierin kun je het punt van Simone de Beauvoir ook weer terugvinden, waarbij de vrouw als een extra categorie wordt gezien.

Het heeft dus zeker wel zin om te streven naar meer gelijkheid in de samenleving. Of het nou gaat om de ongelijkheid tussen man en vrouw of twee andere groepen. Helaas wordt het erg moeilijk om ongelijkheid helemaal uit te bannen. Er zullen altijd littekens van overblijven. Denk aan de basis van de taal, deze kun je moeilijk wegvegen zonder de hele boel overhoop te gooien. De oude structuur is er niet helemaal uit te filteren. Het belangrijkste is om niet stil te blijven staan bij de oneerlijke verschillen, maar vooruit te kijken en te zorgen voor verandering.

Bronnen:

https://www.rtlnieuws.nl/economie/life/artikel/4957271/global-gender-gap-index-world-economic-forum-ongelijkheid-mannen
https://www.femma.be/nl/blog/artikel/je-bent-niet-als-vrouw-geboren-je-wordt-tot-vrouw-gemaakt

Uitgeteld

Auteur: Mirte Dophemont

Het is alsof ze van de aardbol geveegd zijn. Waar ik ook kijk, nergens zie ik ze. Het lijkt of de wereld een stukje leger is geworden. Geen nummerborden op auto´s, geen huisnummers. Als ik mijn telefoon open zie ik niet hoeveel appjes ik heb, welke datum het is of hoe laat het is. Wanhopig loop ik een dierenwinkel binnen waar ergerlijk harde muziek draait. Ik loop naar het eerste beste schap en zoek de rekken af. Kattenbrokjes in de vormen van sterren en een kleurrijke hondenmand. Voor zover als ik kan probeer ik de muziek te negeren en te focussen op de producten. Ik doe een poging door alle indrukken heen te kijken in de hoop ergens iets vertrouwds te vinden. Er staan geen prijzen gegeven, ik pak de hondenmand en speur deze af op zoek naar een prijskaartje. Achter me loopt een medewerker langs. `Mevrouw, kunt u me vertellen hoe duur deze mand is?` Ze kijkt me vervreemd aan, fronst en loopt dan weer verder alsof ze me niet heeft gehoord, alsof ík gek ben.

Schoolresultaten, kijkcijfers, de tijd, de waarde van dingen en ook zelfs dieren, iemands leeftijd, schoenmaat, lengte en het welzijn van de samenleving. Probeer eens iets te bedenken waar geen getal aan te verbinden valt. Dat is bijna onmogelijk. Een samenleving beheerst door statistiek. Cijfers die bepalen waar je gaat eten, welke dingen je koopt en hoe je naar andere mensen kijkt. Ze geven ons houvast, het idee dat we weten tegen wie we praten en waar we aan toe zijn. Stiekem hebben ze een grotere rol in ons leven dan we durven toegeven en langzaamaan zijn ze onmisbaar geworden. Vertrouwen we meer op abstracte tekens dan op woorden?

Het welzijn van de inwoners van Nederland is googlebaar en uitgezocht door het CBS. Je kunt zo in een percentage aflezen hoe gelukkig mensen in een bepaald jaar waren. Vanaf 1997 is het percentage mensen dat aangeeft gelukkig te zijn nagenoeg gelijk gebleven, ergens tussen de 85 en 90 procent. Ik vraag me af hoe ze het onderzoek hebben kunnen uitvoeren. Hebben ze gewoon aan Nederlanders gevraagd: Bent u gelukkig op dit moment? Als een ja of nee vraag, een gesloten vraag. Zijn gevoelens uit te drukken in getallen? Kun je een vraag over iemands welzijn zo oppervlakkig formuleren? In dit geval lijken getallen mij niet zo veel te zeggen. Gevoel is een van de dingen die je beter uit kunt drukken in sprekende woorden dan in platte percentages.

Als we het overzicht verliezen hebben we de neiging alleen nog maar naar de cijfers te kijken. Deze zijn feitelijk en zorgen voor meer houvast. Waar komt de neiging vandaan om alles te meten? De Duitse filosoof Martin Heidegger had hier wel een antwoord op. Zijn theorie was dat dit voortkomt uit angst voor wat we niet kunnen snappen. Een vage toekomst geeft een beangstigend gevoel. Vroeger hadden mensen voor veel dingen geen verklaring en wezen ze daarvoor God aan. Op een gegeven moment kwamen er natuurwetten die nummers verbonden aan de natuur en daarmee konden dienen als een uitleg voor onverklaarbare verschijnselen. Mensen konden de wereld om hen heen beter begrijpen. Overschatten we de waarde van cijfers niet lichtelijk?

Om overzicht te houden hebben we getallen nodig. Ze maken dingen duidelijk en geven ons duidelijk aanwijsbare feiten. Wel moeten we ons ervan bewust zijn dat ze niet altijd de waarheid spreken. De cijfers liegen er niet om, is niet in iedere situatie een terechte uitdrukking. Ze kunnen een verkeerd beeld geven en de realiteit makkelijk verdraaien. Cijfers zijn vaak een aanvulling op woorden, die een net iets concreter beeld geven. Ze maken een plaatje af en tekenen de structuur, maar je moet ze niet uit de context halen. Dan houd je alleen nog maar een aantal richtingloze lijnen over. Laat de cijfers inzicht geven, maar de woorden spreken.

Bronnen:

https://longreads.cbs.nl/trends19/maatschappij/cijfers/welzijn/

Filosofie voor een weergaloos leven, Lammert Kamphuis, 2018

In gesprek met wethouder Roopram over deltaplan jeugd

De Jonge Denkers zijn donderdag 18 februari 2021 in gesprek gegaan met Reshma Roopram, de wethouder van Barendrecht. Zij is initiatiefnemer van het actiegericht deltaplan jeugd dat als visie heeft jongeren meer perspectief te bieden in deze crisistijd. De brandbrief met deze oproep is gisteren overhandigd aan staatssecretaris Paul Blokhuis.

Lees hier meer over op https://www.binnenlandsbestuur.nl/sociaal/nieuws/brandbrief-actiegericht-deltaplan-jeugd-keihard.15942005.lynkx

Bevroren letters

Zonder goede wegen geen post

Auteur: Mirte Dophemont

Haar rillende handen omklemmen de brief die ze in haar handen heeft. Met snelle stappen loopt ze over het pad. Als ze stevig doorstapt zal ze binnen een halfuur bij oma zijn. Zou het kwaad kunnen de brief eventjes te openen en te kijken wat er zo dringend was? Nee, haar moeder heeft haar duidelijk gevraagd dat niet te doen. Terwijl de kou haar muts binnendringt probeert ze te denken aan het warme kopje thee dat haar op zal staan te wachten bij oma.

Brieven bezorgen was een hele tijd geleden een normale zaak. Wilde je een boodschap overbrengen naar je oma een aantal kilometer verderop dan moest je deze afstand zelf zien te overbruggen. Tegenwoordig is dat heel anders, met een klikje kun je een uitspraak versturen die 2 seconden later kilometers verder een schermpje  laat oplichten. Daardoor zijn niet alleen goedbedoelde berichtjes makkelijk af te leveren, ook de stap om een hatelijke reactie te versturen is opeens een stuk minder groot.

Als je acht kilometer zou moeten overbruggen terwijl het buiten ijzig koud is en de wind je tegenwerkt, zou je dan al die moeite doen om een gemene boodschap over te brengen? In sommige gevallen is het jammer dat het nu veel simpeler gaat. Een tikje op je telefoon en weg is je brief. Dat het zoveel makkelijker is zorgt er natuurlijk voor dat er veel meer interactie is over de gehele wereld. Een netwerk gevormd van filmpjes, foto’s en reacties en de mogelijkheid om moeiteloos vanuit Nederland een boodschap naar Australië te versturen. Het begrip ´belangrijk´ heeft in die zin een heel andere betekenis gekregen, omdat er meer mogelijk is. Veel mensen willen namelijk het gevoel hebben gehoord te worden en een eigen mening neerzetten. Dit is ook iets waardevols, maar het verspreiden van je persoonlijke ideeën is niet grenzeloos.

Het recht op een eigen mening geldt in Nederland voor iedereen. Iedereen heeft een stem gekregen en wil deze maar al te graag laten horen. Helaas pakt deze vrijheid niet altijd goed uit. Onder ieder filmpje kan iemand zijn beledigingen leggen. Elke gedachte die je op een bepaald moment over iets hebt kun je zo eruit gooien en onuitwisbaar op internet laten staan. Een bevroren uitspraak erbij geplakt aan het grote netwerk. De meeste mensen laten als ze iets tegen iemand zeggen hun woorden eerst door een filter gaan. Beledig ik de persoon er niet mee? Is de uitspraak gepast en wat voor gevolgen heeft een uitspraak? Deze dingen neem je onbewust vaak mee voordat je iets zegt. Is dit filter dunner op het moment dat je een uitspraak anoniem kunt doen vanaf je bank, veilig verscholen achter een schermpje? Wanneer gaat het uiten van een mening te ver?

De discussie over vrijheid van meningsuiting gaat ver terug. De filosoof Spinoza uit 1632 vond het uiten van een mening te ver gaan als ze de vrijheid van anderen inperken. Ook mogen uitspraken niet aansporen tot handelen en acties van geweld. John Stuart Mill stond er iets anders in. De Britse filosoof zag het verkondigen van je mening als iets essentieels in de samenleving, niet alleen voor jezelf, maar ook voor anderen. Door meningen van anderen te horen kun je beter een eigen mening vormen en misschien van gedachten veranderen. Volgens Mill is er maar één grens die er getrokken moet worden: je uitingen mogen geen anderen in gevaar brengen. Doodsbedreigingen gaan volgens hem dus te ver, maar andere dingen niet. Een absurde reactie van iemand kan jou juist laten inzien waarom je gelijk hebt. Vrijheid van meningsuiting helpt om de waarheid te vinden. Door af te strepen wat absurde ideeën zijn van anderen ben je in staat je eigen mening beter te formuleren.

Niet alleen data maar ook mensen reizen massaal over de wereld waarbij ze van alles met elkaar uitwisselen, waaronder levensgevaarlijke virussen die een leven in een klap grandioos kunnen veranderen. Onderschatten we de virussen niet die iedere dag het schermpje van miljoenen kinderen overspoelen? Daarmee bedoel ik niet de schade die een computervirus in een bestand aan kan brengen. Juist de virussen die zich nestelen in hoofden van kinderen en schade aanbrengen in de vorm van gekwetste gevoelens. De haat en discriminatie waar zij dagelijks aan blootgesteld worden zonder dat er een goede een controle op zit.

Er zitten naast positieve kanten dus ook veel gevaren aan het plaatsen van reacties op sociale media. Het verspreiden van je eigen vrije mening is soms iets te makkelijk. Hoe moeten we dit tegengaan en is dit wel mogelijk? Is het laten verwijderen van deze reacties door mediabedrijven genoeg? De vraag is dan wie er bepaalt of een reactie passend is of echt niet door de bocht kan. Daarnaast is het een onmogelijke opgave om al deze reacties te verwijderen en te onderscheiden. Ook is de grootste schade meestal al aangericht na het plaatsen van een hatelijke reactie. Om deze achteraf weg te halen maakt de uitspraak niet ongedaan. Je kunt het moeilijk van het netvlies laten wissen. De discussie over de vrijheid van meningsuiting is lang geleden begonnen en zal met alle nieuwe ontwikkelingen nog lang niet over zijn.

Bronnen:

https://www.quest.nl/maatschappij/politiek/a28888027/vrijheid-van-meningsuiting-wanneer-te-ver/
https://www.universiteitleiden.nl/onderzoek/onderzoeksprojecten/rechtsgeleerdheid/vrijheid-van-meningsuiting-op-%E2%80%98social-media%E2%80%99

Online school en meer corona gruwelen

door Marah van Andel, 15 mei 2020

‘Wat een gekke tijd is dit toch, vind je niet?’

‘Vermaak je je nog een beetje in quarantaine? Hoe doen jullie dat nu met school?’

’S ochtends sta ik om zeven uur op, als een normale schoolweek. Ik ga drie kwartier rennen, om toe te komen aan mijn beweging. Ik kom thuis, ga douchen en ontbijten. Dan ga ik naar school. Ik neem mijn ontbijt mee, als ik nog maar weinig tijd heb. Ik loop naar boven, de trap op. Mijn kamer in. Ik ga op het enige punt in mijn kamer zitten waar ik wifi heb, en zet mijn laptop aan. “Goedemorgen, iedereen!” De les begint.

Hoe wij dat nu met school doen, is online. Vijf of zes uur lang, bijna iedere dag. Achter een beeldscherm, alleen. Dat vergt zijn tol. Technologie wordt steeds meer gebruikt, en nu tijdens Corona is het uiteraard een magnifieke uitkomst wat betreft het bijhouden van school. Je ziet je leraren op een dagelijkse basis door een cameraatje heen, maar het enige dat je doet is luisteren en kijken. Luisteren, aantekeningen maken en kijken. Ik vraag mij dan ook elke dag opnieuw af: Is dit allemaal wel zo goed? We kunnen niet echt anders, maar kunnen we echt niet anders? Wat voor effect heeft deze situatie op ons? Waar stevent de mensheid op af als we gewend raken aan deze manier van leven?

Waar ik eerst ronddartelde door de schoolgangen, toekwam aan mijn dagelijkse portie slechte grappen en knuffels, heb ik nu niks. Aan de ene kant is dit online lessen natuurlijk een fantastische uitkomst, maar we raken afgestompt. We hebben als mensen- en vooral als pubers- meer nodig dan alleen maar een scherm. Is dit dan de toekomst waar we naar we naar op weg zijn? Ik ben vaak bang dat wij -de tieners van nu en de volwassenen van morgen-  zullen moeten gaan leven in een wereld waar alles via technologie gecommuniceerd en gebruikt gaat worden. Dat dat normaal gaat worden. Want we horen wel constant de leus: We moeten niet terug naar normaal, normaal was juist het probleem. Maar wat is dan dat nieuwe normaal? Is het nieuwe normaal een maatschappij waarin we niet meer weten hoe we gezellig doen met vrienden? Een maatschappij met vierkante ogen? Straks worden al die sciencefiction films en boeken waarheid, en worden we lege mensen. En dat is dan onze toekomst. Na een hele dag online school kan ik niet meer denken. Ik word vaag, langzaam. Ik zie niet meer scherp en ik voel weinig. Dit afgestompte gevoel komt voort uit de non-stimulatie die ik haal uit de hele dag achter een apparaat te zitten. Alles voelt zwaar. Vermoeid.

Het ergste vind ik dat ik hierdoor de mooie dingen in het leven niet meer kan zien. Ook dat zien we ironisch genoeg vaak terugkomen in de media. Zie de kleine dingen in het leven, trek je los van je scherm. De lente is aan me voorbij gegaan, omdat ik zo ontzettend moe ben de hele tijd. Mijn prioriteiten gaan omlaag, wanneer ik een uurtje wandel ben ik al trots op mezelf. Ik heb tenminste bewogen! Maar lichamelijke behoeften bevredigen is niet genoeg. We zijn mensen, we hebben creativiteit en mooie dingen nodig.

Dus wat blijft er dan over, wanneer ik zeg dat ik geen online lessen meer wil volgen? Wanneer ik zeg dat ik weiger om mijn leven lang achter een scherm gekluisterd te zitten? Hoe het dan wel zou moeten weet ik eerlijk gezegd ook niet. Ik weet alleen dat ik hoop dat deze manier van leven echt alleen zo blijft tijdens de coronacrisis.

Het is een rare tijd. Ook voor ons.